Het antwoord van Jezus op hun waarom-vraag is duidelijk: "Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn." (Matteüs 17:20) Marcus beschrijft dezelfde gebeurtenis en heeft als antwoord op de waarom-vraag opgeschreven: "Dit soort kan nergens anders door uitgaan dan door bidden en vasten." (Marcus 9:29 HSV) Jezus benoemt dus twee oorzaken, waarvan ik denk dat ze ook weer alles met elkaar te maken hebben.
Bij de ene oorzaak, ongeloof, denk ik aan twijfel, angst, gebrek aan vertrouwen of verlamd worden door de omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan de storm op het meer. De discipelen staan doodsangsten uit door de hevige storm waarin ze terecht zijn gekomen. Ze schreeuwen het uit naar Jezus en Hij spreekt de wind en de zee bestraffend toe en de storm gaat liggen. En dan zegt Jezus: "Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?" (Marcus 4:40) Met andere woorden: 'Wanneer jullie geloofd hadden, dan hadden jullie kunnen doen, wat ik deed!' Een gemiste kans!